Auditief en Visueel Marlies Ijntema Logopedist

Gedragsproblemen bij auditieve verwerkingsproblemen/ taalproblematiek

In toenemende mate worden er bij basisschoolkinderen auditieve verwerkingsproblemen en daarmee samenhangende spraak/taalproblemen geconstateerd. Het betreft kinderen die veel meer visueel dan auditief zijn ingesteld. Over de oorzaak hiervan is nog niet veel bekend, wel over de gevolgen ervan.
Kinderen die auditieve informatie moeilijk verwerken, hebben het moeilijk in het onderwijs. Ondanks het feit dat er steeds meer visuele ondersteuning wordt geboden (denk bijvoorbeeld aan het digibord), is veel informatie in de klas noodgedwongen auditief. Kinderen die moeite hebben met het verwerken van deze informatie, missen veel. Ze begrijpen de klassikale instructie vaak niet en hebben verlengde instructie of individuele uitleg nodig om aan de slag te kunnen. En ook dat is geen garantie voor het begrijpen van de uitleg, omdat deze vaak weer auditief is.
In het beste geval worden bovengenoemde problemen geconstateerd en kan er adequate hulp worden aangeboden. Soms is extra ondersteuning van een remedial teacher voldoende, soms is het nodig om een logopedist in te schakelen. Een logopedist kan de taal in alle facetten onderzoeken en het onderliggende probleem blootleggen. Er kan daarna logopedische begeleiding worden opgestart, welke gericht kan zijn op het verbeteren van de auditieve vaardigheden, de taalontwikkeling maar ook op het aanleren van compensatie-strategieën ten aanzien van het auditieve onvermogen. Een goede samenwerking tussen de logopedist en de leerkracht kan het leerproces van het kind enorm ondersteunen.

Wanneer bovenstaande problematiek echter niet goed wordt geduid, kunnen er gedragsproblemen ontstaan. In de onderbouw-groepen wordt vaak nog gesproken van een ‘slechte concentratie’ en ‘bewegingsonrust’ of het ‘niet/onvoldoende reageren op verbale opdrachten’. In de hogere groepen komt het niet zelden voor dat het kind wordt bestempeld als zijnde lastig en moeilijk lerend. Een aantal van deze kinderen belandt – door de gedragsproblematiek – uiteindelijk op een Renn-4 school. Het is echter inmiddels bekend dat de dossiers van deze kinderen – wanneer er wordt gekeken naar de eerste levensjaren – niet of nauwelijks afwijken van de dossiers van kinderen die op een Renn-2 school zitten. Met andere woorden; een kind met een spraak/taalprobleem en aanverwante auditieve problematiek heeft een grote kans om zich te ontwikkelen tot een kind met gedragsproblemen wanneer er niet adequaat gewerkt wordt aan het taalprobleem.

Vroegtijdige signalering van auditieve en/of spraak/taalproblemen kan dus veel andere problemen voorkomen!